Voorzeker zal het menigeen der lezers van het Album der Natuur verwonderen, dat er nog iets over parelen en de namaaksels daarvan te zeggen valt, na de beide artikelen in den vorigen jaargang geplaatst. 1) Maar juist het lezen dier beide stukken, en vooral van eene zinsnede in het laatste, gevoegd bij de omstandigheid, dat men in het vorige jaar sommige van onze rivieren geheel bedekt vond met eene menigte doode en van schubben beroofde kleine brasems, bleijen, voorntjes enz., gaf ons aanleiding om het volgende te schrijven. Immers de oorzaak van dat vreemde verschijnsel was niets anders dan deze, namelijk dat Duitsche visschers al die kleine vischjes gevangen en vervolgens de schubben er af geschraapt hadden, met het doel om van die schubben valsche parelen te vervaardigen. De wijze nu, waarop zulke namaaksels gemaakt worden, is wel in de bovengemelde zinsnede van het artikel van prof. V.D. Hoeven aangeduid, doch zoo kort, dat wij gemeend hebben onzen lezers geene ondienst te doen met het mededeelen van eenige bijzonderheden daaromtrent. Gelijk bekend, is er wel geene enkele kleur, die niet op het ligchaam van den een of anderen visch schittert; vooral bij de visschen der tropische wateren ziet men duizende schakeringen en tinten, de een fraaijer en krachtiger dan de andere. Desniettemin is er toch eene kleur, die men als bij voorkeur over het ligchaam der visschen verspreid vindt, het is die welbekende, zilverachtige, blinkende, op parelmoer gelijkende tint, die vooral zoo duidelijk is te zien op de zijden en den buik van vele karperachtigen, b. v. de brasem, de voorn; van vele haringachtigen, zoo als de elft, de ansjovis enz. De onovertrefbare schoonheid van die kleur heeft reeds sedert langen tijd den mensch aangespoord om van haar gebruik te maken tot het maken van sieraden. Zoo gebruikte men voorheen de zilveren schubben van den baars tot het vervaardigen van zeer fraaije borduurwerken op étuis, réticules, waaijers enz., of wel als zoogenoemd ingelegd werk op snuifdozen, horlogiekasten, brillehuisjes enz. Maar vooral tot het maken van valsche parelen bezigde men die zilveren schubben, en ziehier, hoe men daarbij te werk ging.