In het American Journal of Science and Arts van Silliman, No 51, Mai 1854, en daaruit in Hohl en Schlechtendal’s Botanische Zeitung, 1854, p. 755—757, leest men een berigt van Asa Gray, over den ouderdom van ecncn onlangs in Kalifornië gevelden zeer zwaren en ouden boom, behoorende tot de Kegeldragenden (Coniferae). In de Sierra Nevada aldaar, digt bij den oorsprong der Stanislas-rivier, vond men dezen stam, welke een der weinigen is, waarvan men den ouderdom door het tellen der jaarkringen heeft kunnen nagaan. De lengte van den stam bedroeg 322 voeten 2), de dwarse middellijn, op eene hoogte van 5 voeten boven den grond, 29 voeten en 2 duimen, en op eene hoogte van 200 voeten, nog 5 voeten en 5 duimen, zijnde alles te gelijk met de schors gemeten. Gray had een stuk van het hout, één duim breed, waarin hij met het bloote oog duidelijk 48 jaarkringen kon tellen.
| Additional Metadata | |
|---|---|
| Album der natuur | |
| CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
| Organisation | Kruseman |
|
onbekend. (1859). Reusachtige boomen. Album der natuur, 8(1), 321–322. |
|