In het Wurtembergsche heeft men op het einde van Mei de volgende waarneming gemaakt, die zeker tot de zeldzame behoort. Bij het uitvliegen van eenen zwerm bijën, liep een oude knecht in witte hemdsmouwen in de nabijheid. De koningin en met haar do gansche zwerm zette zich op zijne borst. Met volkomene tegenwoordigheid van geest blijft hij stil staan, laat den zwerm zich nederzetten, roept om eenen ledigen korf, houdt zich dezen voor het gelaat, boven de borst, waarna de bijën van zelve daarin vliegen, zonder dat den man eenig letsel is overgekomen. ( Agron. Zeitung 1857, p. 399.)