Deze merkwaardige man, die in zijnen tijd als wis-, natuur- en bouwkundige veel naam heeft gemaakt, werd in den jare 1576 uit protestantsche ouders geboren, vermoedelijk te Dieppe of in hare omstreken, of volgens anderen te Blois in Normandië, welk laatste echter minder waarschijnlijk is. Van zijn leven en zijne bedrijven is niet veel bekend geworden; het weinige, dat wij daarvan weten, is door zijne eigene hand opgeteekend en wordt gevonden aan het hoofd van zijne geschriften, hetzij in de opdragt aan vorstelijke personen, hetzij in de voorberigten aan zijne lezers. Naar men zegt, gaf hij in zijne vroege jeugd reeds blijken van een gelukkigen aanleg voor de wis- en natuurkundige wetenschappen, inzonderheid voor de werktuigen waterbouwkunde, die zijne geliefkoosde studiën waren. De werken van ARCHIMEDES, EUCLIDES en VITRUVIUS dienden hem daarbij hoofdzakelijk tot gids. Door reislust aangespoord, verliet hij op jeugdigen leeftijd zijn vaderland met het doel om aan vorsten, tot zijn geloof behoorende, zijne diensten als ingenieur aan te bieden. Aanvankelijk reisde hij naar Londen, waar wij hem in 1612 aantreffen als teekenmeester bij prins HENDRIK , die in datzelfde jaar overleed. Later begaf hij zich naar Duitschland, waar de keurvorst van den Paltz, FREDERIK V, hem tot ingenieur en directeur zijner gebouwen en tuinen aanstelde. In deze betrekking schijnt hij zich met der woon te Heidelberg gevestigd te hebben; althans wordt aldaar, volgens opgave van J. C. POGGENDORFF ¹), in het kabinet of de verzamelings-galerij van oudheden zijn afbeeldsel en eene beknopte biographie gevonden. Na voornoemd ambt eenige jaren te hebben waargenomen, keerde hij in 1624 naar Frankrijk terug en vestigde zich te Parijs, waar hij van koning LODEWIJK XIII eene aanstelling ontving als ingenieur en architekt van de vorstelijke gebouwen. Dit laatste blijkt uit het voorberigt eener nieuwe uitgave van zijn werk, getiteld: Les raisons des forces mouvantes etc., hetwelk in laatstgenoemd jaar te Parijs in het licht verscheen; de eerste uitgaaf werd in 1615 te Frankfort gedrukt , onder den titel: Les raisons des forces mouvantes avec diverses machines tant utiles que plaisantes auxquelles sont adjoints plusieurs desseings de grotles et fontaines. Te rekenen van het jaar 1624 tot aan zijn overlijden vindt men weinige of geene berigten van onzen geleerde opgeteekend; alleen weet men, dat hij, behalve voornoemd werk, nog de volgende geschriften bezorgd heeft, als: a) La perspective avec la raison des ombres et miroirs, Londen en Frankfort, 1612, in fok; b) Institution harmonique, divisée en deux parties, ibd. 1615, in fok; c) Hortus Palatinus, Ileidelbergae exstructus, ibd. 1620, in fok, met onderscheidene platen van Theodore de Bry ; d) La pratique et demonstration des horloges solaires, Paris, 1624, in fok Dit laatste werk is opgedragen aan den kardinaal de richelieu, onder dagteekening van den 1 Julij 1624; in het voorberigt aan den lozer zegt cads, dat hij sedert een geruimen tijd werkzaam is geweest aan het vertalen der geschriften van vitruvies, dien hij als schrijver zeer hoogacht en van wiens arbeid hij bij het zamenstcllen zijner geschriften veel gebruik heeft gemaakt.