Te Wellsville, graafschap Columbiana, Ohio, in Noord-Amerika, werd een put geboord, met het doel om naar steenolie te zoeken. Toen men tot eene diepte van 488 voet geboord had, volgde er eene zoo plotselijke uitbarsting van gas, dat de boorstang, met bovendien 200 voet van ingebragte buizen , als een laadstok uit een geweer uit het boorgat geworpen werd. Met het gas stroomde tevens een stroom zout water naar buiten, van gelijken doormeter als het boorgat, en verhief zich tot eene hoogte van 150 voet Deze uitbarsting duurde reeds zes maanden, toen de eigenaars besloten zoowel het gas als het zoute water te gebruiken. Thans bevindt zich daar eene zoutziederij. Het gas wordt door buizen naar eenen oven geleid, waar het door zijne verbranding de voor de verdamping van het water gevorderde hitte levert. Het gasvuur is daartoe volkomen toereikend en de vlammen verheffen zich, mijlen ver zigtbaar, tot boven den schoorsteen. De bron levert 6 gallons (ongeveer 28 liters) water in de minuut en elk uur een barrel zout. De drukking van het gas op den vierkanten duim wordt op 126 E. ponden geschat ( Polyt. Journ., CLXVIII, p. 80).