Dr. R. TH. SIMMLER deelt in de Ann. der Phys. u Chem., Bd. CXXI, p. 331, een geval mede, waarin hij gelegenheid had met tamelijke zekerheid de snelheid van de vlugt van een lammergier of arend te bepalen. Toen hij namelijk in 1861 den Hochkärpf in het kanton Glarus besteeg, maakten zijne gidsen hem opmerkzaam op zulk eenen vogel, die juist van den Erbserstöckli was opgevlogen en nu in wijde kringen naar boven steeg om, toen hij de hoogte van den Hausstock had bereikt, plotselijk zich naar het noordwesten te wenden; daarop vloog hij met buitengewone snelheid over het Sernfdal en daalde weder neder in de omstreek van den Gulderstok, waar hij verdween. S. telde op zijn horologio, van het oogenblik af waarop de vogel, bijna boven zijn hoofd, de noordoostelijke rigting insloeg tot aan het tijdstip, waarop hij nederdaalde, 6 minuten. Meet men den afstand der beide punten op de kaart, dan vindt men daarvoor 2½ uur gaans of 40000 Zwitsersche voeten, hetgeen beantwoordt aan 111 voet of 33,3 Ned. el per sekonde.