Een ieder kent uit zijne jeugd de beschrijvingen der oude dichters over de gouden eeuw , toen de mensch de eenvoudigste levenswijze leidde on eikels at. Deze beschrijving kwam ons, bewoners van noordelijk Europa, steeds vreemd voor, daar wij de eikels alleen als voedsel voor varkens en schapen, zelden zelfs voor rundvee, kennen. In het zuiden van Frankrijk en in Noord-Afrika wekt bovengenoemde beschrijving echter geene de minste verwondering. Daar toch zijn onderscheidene soorten van eiken met zoete, eetbare vruchten, zooals de eetbare eik ( Quercus Esculus) , de Bourgondische eik ( Q. Cerris) , welke beide bij ons ook op den koueon grond gekweekt kunnen worden, de steeneik ( Q. Ilex). , dezelfde, die ons het zoogenaamd azijnhout uit Biskaye verschaft. In Estremadura en elders, waar de varkens veel met zoete eikels gevoed worden, is het varkensvleesch van een uitnemenden smaak. Ook de Noord-Amerikaansche Q. macrocarpa heeft eetbare vruchten en zelfs in Japan worden van Q. cuspidata de eikels, even als kastanjes, gegeten. De Q. Ballota, door do inwoners in Algerië bellout genaamd ¹), heeft aangenaam smakende vruchten en, hoewel in mindere mate, geldt dit ook van Q. Mirbeckii aldaar. De eerste is volgens BROTERO slechts eene verscheidenheid van den steen-eik. Deze bellout wordt niet alleen in Afrika, maar ook in de Levant, Spanje en Portugal gegeten. LINK zag hare vrucht aan de poorten van Madrid, tegelijk met geroosterde kastanjes enz. ter verkoop aanbieden.