Den 31sten Julij j.l. werd in den Amsterdamschen zoölogischen tuin een jonge Hippopotamus geboren. Het was de derde maal dat de beide Hippopotami, die sedert eenige jaren tot de merkwaardigheden randen tuin behooren, ouders werden, maar in beide vorige gevallen was het jong, inzonderheid ten gevolge van het weinig vaderlijk gedrag van den mannelijken Hippopotamus, reeds spoedig na de geboorte bezweken. Ten einde zulks ditmaal te voorkomen, werden door den verdienstelijken directeur van dien tuin, den heer WESTERMAN, reeds vooraf alle voorzorgen genomen om het jong dadelijk na de geboorte van zijne ouders te scheiden en het naar een afzonderlijk daarvoor ingerigte plaats over te brengen. Deze voorzorg en de later aan de opkwecking van het jonge dier besteede zorgen zijn met den besten uitslag bekroond. De jonge Hippopotamus heeft, eene ligte ongesteldheid weinige dagen na de geboorte uitgezonderd, volkomen aan die zorgen beantwoord. Men mag zijne ontwikkeling, in weerwil dat hij de moedermelk mist en eene kunstmatige voeding voor de natuurlijke is in plaats getreden, geheel normaal noemen. Alles duidt aan dat, voor de eerste maal na het diluviale tijdvak, een in Europa geboren Hippopotamus den volwassen leeftijd zal bereiken.