Het is wel beckend, dat, even als de groene bladen, onder invloed van het licht, de dampkringslucht verbeteren door de uitademing van zuurstof (of de oudtijds zoogenaamde levenslucht), zoo de bloemen, die dan ook doorgaans eene andere dan de groene kleur hebben, de adembare lucht verslechten, zoo door de uitademing van koolzuur (welks aanwezigheid de voornaamste oorzaak is van benaauwdheid in gesloten vertrekken waar vele personen bijeen zijn), als door de uitwerping van vlugge geurgevende oliën, die de zuurstof opslorpen. Vandaar de schadelijkheid van sterkriekende bloemen, zoo als Jonquilles, Hyacinthen, geurige Viooltjes enz., die vooral in slaapvertrekken benaauwdheid en zenuwachtigheid (scheele hoofdpijn) enz. te weeg brengen. Vandaar ook het spreekwoord: hij is in de boonen, afgeleid van don toestand van bedwelming, waarin iemand verkeert, die in een bloeijend boonenveld eenigen tijd gerust heeft en daar ten laatste half bedwelmd en geheel in verwarring uitkomt. Met de zoo prachtige Oleander ( Nerium Oleander) zal men, als hij bloeit, in onze vertrekken zeker voorzigtig moeten wezen. Althans daar, waar hij in het wild voorkomt, zijn de schadelijke uitwerkselen der uitdampingen van zijne bloemen meermalen opgemerkt. Ook schijnt de geheele boom nadeelige eigenschappen te bezitten.
| Additional Metadata | |
|---|---|
| Album der natuur | |
| CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
| Organisation | Kruseman |
|
onbekend. (1865). De oleander. Album der natuur, 14(1), 380–381. |
|