Onder bovenstaand opschrift ontvangen wij van den heer R. A. OGTEROP, koopvaardij-kapitein, thans geplaatst aan het Meteorologisch Instituut, afdeeling Zeevaart, het volgende extract uit het scheepsjournaal van het schip Schoveningen, gezagvoerder K. D. BRUINING. Wij laten het hier onveranderd volgen. „Op den 30 Mei 1805, aan boord van het barkschip Scheveningen, ontwaarde men ten 3 uur des namiddags een voorwerp, in het N. O. van ons, veel gelijkende op een eiland en wel op Toppershoedje in straat Sunda. Na hetzelve herhaaldelijk te hebben opgenomen, scheen het ons niets anders te zijn.