In een werkje (zonder jaartal), niet lang geleden uitgegeven bij do Erven r. hoiin te Haarlem en getiteld : „Dingen die niet iedereen weet,” vindt men: „ Hot is bekend, dat men eenigen tijd geleden voor bot eerst heeft waargenomen dat sommige visschcn nesten bouwen op de wijze der vogels. Coste , een fransch natuurkundige, heeft zich vooral door zijne beschrijving van liet nestelen en de levenswijs van den stekelbaars beroemd gemaakt. Is het niet zonderling, dat er bij de milliocncn stekelbaarsjes, die onze wateren bewonen, nooit oen dergolijk nestje in ons land gevonden is, en is het niet ongoloofelijk, dat zulke nestjes, indien zij namelijk bestonden, onopgemerkt gebleven zouden zijn door de vele natuurkundigen, waarop ons land roem draagt, en die waarlijk niet bang zijn om in het water te gaan, om waarnemingen te doen!” De ervaring van steller dezes is eene andere : Een vijftal jaren geleden , naar mijne boste herinnering, boeide mij eene fraaije houtsnee in het Hedcrlandsch Magazijn , omdat ze mij zoo levendig menig tooneel mijner kindsheid herinnerde, ’t was eene afbeelding van stekelbaarsjes en der nesten van dezen. Uren aan uren hebben wij in onze jeugd, een nog lovend predikant is er getuige van, in 1835 reeds en vervolgens, aan de stille oevers der helaas! verdwenen Eede, of aan do kleine waterkommen (drinkputten) in onze' weiden, zoo geheel verschillend van de Hollandschc, daar men hier moeite heeft om sommige slooten met water te houden, de levenswijze der bloedzuigers, watersalamanders, jufferhaften en bovenal der stekelbaarsjes bewonderd. "Wo zagen den minneijver van het scharlakenrood gebuikt mannetje, in den strijd met oenen medeminnaar; wij verbaasden ons over de ontzettende vlugheid van het kleine dier; wij zagen het grootere zwartgerugde wijfje in haar kunstig gebouwd kogelvormig, in ’t midden doorboord nestje, door wrijving aan de wanden van dat nestje hare kuit uitstooten en voor de roofzucht der overige waterbewoners beveiligen , of wij vulden een glas met het heldere water, ten einde het in onze goudvischflesch over te brengen en ons te verlustigen in de bewegingen van de jonge Stekelbaarsjes, soms slechts een duim lang. Het behoort nog tot onze lievelingsuitspanningen en het is vóór ons door velen waargenomen.