De heer D. BURGER te Amersfoort deelt ons het volgende merkwaardige bewijs mede, dat het spreekwoord: „zij leven te zamen als hond en kat”, ook wel eens in een goeden zin mag worden opgovat. „Eenige kinderen vonden in het kreupelhout een nest met drie jonge katten. Zij bragten die naar huis en poogden ze met melk te voeden. Dit ging wel, maar het was hun zeer moeijelijk die diertjes behoorlijk zindelijk en warm te houden. In hetzelfde huis was eene teef, die nog nooit gejongd had. Deze jankte en dwong om die katjes, en toen ze eindelijk in de mand der teef gelegd waren, koesterde en kweekte zij ze, alsof het hare jongen waren; ja, wat het vreemdst van alles is, de katjes pakten de tepels der teef en zogen daar zoolang aan totdat er werkelijk melk uitkwam. Wat mag nu de oorzaak zijn, waardoor die teef genegenheid voor die katjes opvatte, en hoe is, zonder dat zij gejongd had, de melk in hare tepels gekomen?”