Welligt zal aan sommigen onzer lezers het volgende voorschrift van EMILE BILLOT (Les Mondes, 1860, II, p. 411) om meelwormen te kweeken welkom zijn. „Alle liefhebbers van vogels kennen de larven van Tenebrio molitor, gemeenlijk bekend onder den naam van meelwormen. Ieder kan daarvan gedurende eenigen tijd eenen voorraad bewaren, maar niet ieder verstaat de kunst om ze te doen voorttelen. Ik zal hun deze leeren. De keuze van het vat is geenszins onverschillig, en ik heb duizende wormen verloren, alleen omdat ik aanvankelijk steeds aarden vaten gebruikte, waarin eene voor de larven doodelijke gisting ontstond. Om goed te slagen, neme men een regthoekige houten kist, van een el lang en bijna een halve el hoog. Men moet zorg dragen eene harde houtsoort te kiezen en de kanten met zink te bekleeden, want wanneer de larven jong zijn, graven zij gangen en zoeken door de voegen te ontsnappen.