1867
Kunstmatige vogelnesten
Publication
Publication
Album der natuur , Volume 16 - Issue 1 p. 320- 320
Hoe nuttig vele insektenetende dieren voor den land- en tuinbouw zijn, wordt nog niet algemeen genoeg erkend. Meezen, spechten, vooral spreeuwen komen hier in aanmerking. Laatstgenoemden verslinden de maskers van meikevers in menigte. Voorts bevrijden deze vogels de boomen van andere kevers en hunne maskers, die zich onder de schors of op de bladeren ophouden, terwijl zij bovendien de eijeren en rupsen van vlinders verdelgen, die gedurende den winter overblijven. Dit nut wel beseffende heeft de heer A. BURNAT sedert meer dan twintig jaren op zijn landgoed bij Vevey kunstmatige nesten aangebragt en daarvan de beste gevolgen ondervonden. Elke rupsenjagt is overbodig geworden. De vogels belasten zich daarmede. Aanvankelijk waren deze kunstmatige nesten uit hout vervaardigd en zoo ingerigt, dat zij de vogels voor indringenden regen beschermden en overal gemakkelijk konden worden opgehangen. Later heeft hij zulke nesten uit van buiten verglaasd aardenwerk laten maken. Hunne gedaante is die van een cylinder, met een zijdelingsch gat aan het eene einde. Van boven en van onderen is de cylinder gesloten, en aan de oppervlakte bevinden zich eonige knoppen, waaraan metaaldraden kunnen verbonden worden om daarmede het nest aan den tak van een boom te bevestigen. Ook kan men een aantal zulke nesten verbinden aan oen lat en deze tusschen de takken leggen. Noodig is het, het nest zoo op te hangen, dat het voor den wind beschut is. De vogels, met uitzondering der spechten, bewonen deze nesten gaarne. De lengte der nesten door den heer BURNAT gebezigd, bedraagt 45 Ned. duimen, hunne breedte 12 duimen. Zij kunnen in elke pottenbakkerij vervaardigd worden.
| Additional Metadata | |
|---|---|
| Album der natuur | |
| CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
| Organisation | Kruseman |
|
onbekend. (1867). Kunstmatige vogelnesten. Album der natuur, 16(1), 320–320. |
|