Deze vraag werd onlangs door DE QUATREFAGES in een les, door hem gegeven als professor aan het Museum van natuurlijke historie te Parijs, en te vinden in de Revue den cours scientifiques van 11 Julij 1868, in toestemmenden zin beantwoord. Na te hebben doen opmerken, dat er onder de negers ook albino’s voorkomen, met witte haren en roode oogen, beroept hij zich op de volgende feiten, ten betooge dat ware negers, van nogerafkomst, inderdaad geheel of ten deele eene blanke huid kunnen verkrijgen, zonder albino’s te worden. Het eerste feit ontleent hij aan BUFFON. Het betreft eene vrouw, FRANÇOISE genaamd en keukenmeid bij den kolonel BARNET. Zij was de dochter van een zwarten vader en zwarte moeder en onder hare voorouders was ook geen blanke. Tot aan haar vijftiende jaar zag zij er geheel uit als eene ware negerin. Toen echter begon hare huid blank te worden, rondom de nagels en rondom den mond. Op haar veertigste jaar was haar geheele ligchaam rooskleurig blank, met uitzondering van den hals, de ruggegraat in haar geheele lengte en de oksels. Daarwas de huid bruin of met zwarte vlekken. De haren waren zwart op de zwart gebleven doelen, maar zij waren overal elders wit geworden. Deze vrouw was niet ziek en haar huid ging ongestoord in zijne gewone verrigtingen voort.