In het museum van Montpellier worden eenige voorwerpen bewaard, welke door den schout-bij-nacht BÉRARD van onderscheidene Zuid-zeeeilanden zijn medegebragt. Daaronder bevindt zich een soort van bijl, die afkomstig is van het eiland Oealan, in den archipel der Carolinen, die schijnbaar uit een soort van steen bestaat en gevat is in een houten, beschilderden steel. Het op steen gelijkend stuk is 11 centim. lang en 5 centim. breed. Bij onderzoek is het aan LÉON VAILLANT gebleken, dat dit voorwerp vervaardigd is uit de schelp van Tridacna gigas. Daarbij bevinden zich ook armbanden, afkomstig van Nieuw-Caledonie en van Nieuw-Ierland, die almede uit de schelpen derzelfde reusachtige soort schijnen vervaardigd te zijn. Een andere armband, van de Papoes op Nieuw-Guinea afkomstig, is uit een soort van Trochus gemaakt. Eindelijk behooren nog onder de medegebragte voorwerpen twee lepels van de bewoners van Timor. Deze bestaan uit een gedeelte der schelp van Nautilus pompilius. (Ann. d. sc. natur. Zoöl., 1868, 5me sér. IX, p. 380).