Spanje, het land van tegenstrijdigheden: bij de inwoners een helder verstand en dwaas bijgeloof; een edelmoedige inborst en soms onmenschelijke wreedheid; in de natuur een heerlijk klimaat en grond voor allen plantengroei geschikt, maar door onkunde en door verwaarloozing der bosschen op de hoogten van zijnen vroeger zoo rijken landbouw geheel vervallen; het land, zoo als ROSSMäSSLER ¹) zegt, van rivieren zonder bruggen en van bruggen zonder rivieren, wijl deze namelijk gedurende een zeer groot deel van het jaar geen water voeren, waardoor vele velden dit voor allen land- en tuinbouw in deze luchtstreek zoo onontbeerlijk element missen. Slechts enkele plekken zijn er, die door eene goede bewatering al den rijkdom toonen, waarvoor dit uit zich zelf anders zoo heerlijk land vatbaar is. Hopen wij, dat eerlang vrijheid en orde aan Spanje een deel van zijnen voormaligen voorspoed zullen hergeven! In het aangehaalde boek van ROSSMäSSLER wijst hij ook op het zonderlinge, dat rupsen en vlinders in Spanje zoo zeldzaam zijn; landslakken daarentegen in overgroot aantal voorkomen. Het eerste schrijft hij (p. 303) daaraan toe, dat de voor bewatering vatbare plekken bijna het gansche jaar door onder water staan en er dus weinig gelegenheid is voor de bewaring der poppen en rupsen in den grond; terwijl elders meermalen de grootste droogte heerscht en al wat voedsel aan rupsen zoude kunnen opleveren volkomen verdord en verdwenen is. Van vernieling door rupsen en andere insekten, behalve van tijd tot tijd door zwermen sprinkhanen, hoort men hier dan ook weinig of niet. Dat alles geldt voornamelijk van zuidelijk Spanje. Volgens WAGNER komen ook op de tegenoverliggende kust van Afrika vlinders zelden voor (p. 304).