In de Agronomische Zeitung van 1868, p. 462, leest men een merkwaardig van getrouwe pligtsvervulling bij een jagthond. Een ijverig jager bezat een hond, wiens gewoonte het was, als hij voor eenig wild „stond,” zijn staart loodregt naar boven te houden. Onlangs stond hij zoo voor een konijn. De jager schiet, maar treft ongelukkig den staart van den hond en wel zoo, dat een stuk er van afvliegt. Hector, getrouw en zeker in zijn beroep, loopt op het geschotene toe en apporteert het stuk staart aan zijn meester. Niet onnatuurlijk echter, dat hij na dien tijd een weinig bang voor het schot geworden is.