De Bamboe is eene reusachtige grassoort, welke gewoonlijk 50 tot 60 voeten hoog opschiet. Die, welke in China onder den naam van Tchu bekend is, verheft zich wel tot 70—80 voeten. De dikte van de steng wisselt af van 2 tot 25 centimeters in doorsnede. Er zijn verschillende soorten en varieteiten ouder, welke in China in zeer onderscheidene luchtstreken leven, in het zuiden zoowel als in het noorden, waar de rivieren des winters bevriezen. Achter iedere boerenwoning, groot of klein, ziet men een akker van oen honderdtal vierkante meters, door een sloot omgeven en waarop de bamboezen voor het dagelijksch gebruik gekweekt worden. Zij dient tot velerlei gebruik; wordt groen afgesneden en laat zich dan door de kunstvaardige hand des arbeiders in hare gansche lengte splijten en geeft zoo banden, die zich op allerlei wijze laten gebruiken. Men kent de hranjangs, in welke wij de suiker uit de Oost krijgen, welke van de bamboes verkregen worden en waarvan men ook in Europa veelvuldig gebruik maakt voor schuttingen enz. In China echter biedt de aanwending van dit gewas de meest mogelijke verscheidenheid aan. Het verrot bijna nooit en wordt door geen gewormte aangetast. Men maakt er bruggen van om kleine rivieren over te trekken, kokers als waterleidingen, paalwerk aan den oever der wateren. De wanden, het dak en de vloer der hut van den visscher zijn van deelen der bamboe gemaakt. Zoo ook het net, waarmede hij de visch vangt, de hoed, dien hij draagt en de stof, die hem kleedt, zijn alle van bamboe afkomstig. Evenzoo de tent, waar de schipper zijne reizigers onder plaatst en de yolo, waarmede hij, wrikkende, zijn boot voortduwt, is van de steng van dezen boom. De ra, gaffels, touwwerk, ja zelfs de zeilen der jonken zijn uit bamboe gemaakt. De landbouwer bouwt er zijn huis en omheiningen van; hij ontleent daaraan een groot deel zijner gereedschappen; de soldaat zijn kegelvormigen hoed, zijn lans en pijlen; de schrijver de pen om te schrijven en het papier, dat hij gebruikt. Het bamboepapier wordt op de volgende wijze vervaardigd: De nog groene steng wordt geraspt; de grovere stukken worden ter zijde gelegd om daarvan matrassen en kussens te maken, maar de fijnste doelen worden bijeengebragt tot een deeg en met vischlijm vermengd tot papier vervormd. Het is geelachtig, maar een fijn en goed papier. Er wordt in China geen ander papier gebruikt dan dit, in eenige verschillende soorten, en daarenboven het papier van den papier-moerbezieboom ¹), katoenpapier en het zoogenaamde rijstpapier ²). Men maakt van de bamboe koorden, waaijers enz. en vooral zeer ligte en duurzame stoelen, ledikanten en kribben, allerlei doozen, manden, kokers, fluiten enz.