Ingevolge de door de Fransche Kamers goedgekeurde ontwerpen zullen de Parijsche bevloeiingsvelden meer dan 3000 H.A. groot worden. In Gennevilliers worden 600 H.A. bevloeid, welke aan de aldaar wonende boeren en tuinlieden beboeren, die voor het bevloeiingswater betalen. De eigenaars van nog 400 H.A. zijn in onderhandeling, om dat water te ontvangen. De nieuwe bevloeiingsaanleg bij Asnières zal vooreerst bestaan uit 800 H.A. weinig waarde hebbende landerijen, welke de stad Parijs van den Staat pacht. De 6000 H.A., welke de stad bij Mery-sur-Oise bezit en die 25 K.M. van Parijs verwijderd zijn, worden tot de bevloeiing gereed gemaakt. Deze landerijen werden onder het Keizerrijk voor het maken van een kerkhof aangekocht, waartegen alle besturen en daarbij betrokken maatschappijen van Parijs ten sterkste opkwamen. In plaats nu van een oord van treurigheid te worden, zullen die landerijen nieuw leven verkrijgen. Behalve dit alles, verlangen de grondbezitters in den omtrek van Gennevilliers en van het schiereiland van St. Germain te zamen voor 1000 H.A. bevloeiingswater. In dit jaar zal dus de verlangde oppervlakte van 3300 H.A. verkregen worden en wellicht nog eenige honderden H.A. meer. Het is merkwaardig, dat niettegenstaande deze aanvragen om bevloeiingswater, er nog altijd lieden zijn, die over het verpesten en vergiftigen van den omtrek van Parijs schreeuwen en schrijven.