1890
De vergiftige pijlen in Centraal-Afrika (Uit Stanley’s laatste reis)
Publication
Publication
Album der natuur , Volume 39 - Issue 1 p. 57- 59
Een van de beide uittreksels uit STANLEY’S derden brief, waarin hij zijne laatste reis door Afrika beschrijft, handelt over de krijgslisten der stammen, die STANLEY heeft ontmoet; het andere behandelt de vergiften, die de inboorlingen bereiden en waarmede zij de punten hunner pijlen bestrijken. Zooals den lezer misschien bekend is, verkeerden de reizigers reeds van den eersten dag af aan in twist met de inboorlingen; zij maakten dan ook weldra kennis met de krijgslisten der wilden. Alles wat deze dan ook door hun onontwikkeld verstand konden verzinnen om de vreemdelingen te kwellen, werd door hen in het werk gesteld ; zoo verborg het voetpad voortdurend kuilen, wel is waar niet diep, maar zij waren gevuld met scherpe houtspaanders en dit alles was behendig bedekt met groote bladeren; voor lieden, die blootsvoets liepen, was dit eene verschrikkelijke marteling. Dikwijls drongen de scherpe punten geheel door den voet heen; of op eene andere keer bleef alleen het uiteinde in het vleesch zitten , en dit had dan koud vuur tengevolge. Tien der mannen , die STANLEY als dragers begeleidden of andere diensten deden, werden op deze wijze aangetast, en wel zóó hevig dat slechts enkelen herstelden en hun werk konden hervatten. Om van het eene dorp in het andere te komen, had men lijnrechte wegen, die ongeveer 100 yards lang en 12 voet breed waren (een Engelsche voet = 33 cM.; een yard = 914 cM.) en die geheel ontdaan waren van kreupelhout, maar bezet met de scherpe punten, die zorgvuldig en behendig verborgen waren op alle plaatsen, waar men zou meenen zich zonder voorzorg te kunnen wagen. Wat het eigenlijke voetpad betreft, dit was krom en maakte eene groote bocht; de dwarsweg daarentegen zag er veel aanlokkender uit; hij was zoo recht en zoo kort! Bij den uitgang van het dorp bevond zich een wachter, die belast was met het slaan van de trom en het alarm blazen, opdat iedereen zijn boog en pijlen zou kunnen grijpen en zich naar de afgesproken plaats begeven ; in weerwil van al deze vijandige maatregelen verloor de troep van STANLEY geen enkel man , maar zij had een groot aantal gewonden.
| Additional Metadata | |
|---|---|
| Album der natuur | |
| CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
| Organisation | Kruseman |
|
onbekend. (1890). De vergiftige pijlen in Centraal-Afrika (Uit Stanley’s laatste reis). Album der natuur, 39(1), 57–59. |
|