Het in alle opzichten zoo merkwaardige verschijnsel der poollichten staat, gelijk men weet, in nauw verband met de zonnevlekken en de magnetische stormen op onze planeet. Neemt het aantal zonnevlekken toe en worden de afwijkingen der magneetnaald sterker en menigvuldiger, dan treden ook de poollichten vaker op en omgekeerd. Alle drie elementen zijn periodiek; na een tijdsverloop van omstreeks elf jaren nemen zij toe, bereiken een maximum en nemen daarna weder af tot een minimum. Na het einde dezer elfjarige periode treedt opnieuw een maximumperiode der zonnevlekken, der poollichten en der magnetische stormen in. Het laatste maximum is in het jaar 1883 waargenomen en dus mogen wij thans weder een maximum te gemoet zien, hetwelk in het jaar 1894 verwacht wordt.