Ter aanvulling van de in mijn artikel »Een en ander over kogelbliksem”, in de 3de aflevering van dezen jaargang, vermelde gevallen van kogelbliksem, moge nog een tweetal dergelijken van jongeren datum een plaatsje vinden. Zij zijn ontleend aan een der laatstverschenen afleveringen van het Meteor. Zeitschrift. Den Dien Augustus van het afgeloopen jaar, des namiddags te ongeveer 3 uur 30 minuten, hoorde de heer zabel te Hirschberg in Silezië het in de verte donderen. »Juist wilde ik” zegt de heer ZABEL, »daar het begon te regenen, de vensters vóór aan den weg van onze in de Stonsdorferstrasse gelegen woning sluiten, toen ik in de Wilhelmsstrasse, daar, waar deze door onze straat gekruisd wordt, eenen roodgelen vuurbol, van niet minder dan ongeveer een halven meter middellijn, ontwaarde, die op de hoogte van de eerste verdieping zweefde en tijdens den tien tot vijftien sekonden langen duur, dat het merkwaardig verschijnsel zichtbaar was, voortdurend stralen naar beneden schoot. Van deze laatsten kon ik echter slechts het bovengedeelte waarnemen, daar laag geboomte mij het verdere uitzicht belemmerde. De vuurbol bewoog zich zeer langzaam eenige voeten naar rechts en draaide daarbij om eene horizontale as. Het verschijnsel verdween onder eenen oorverdoovenden knal, die gepaard ging met een kletterend geruisch, alsof talrijke vensterruiten verbrijzeld werden. Op het oogenblik, waarop de vuurbol uiteenspatte, schoot daaruit een bliksemstraal naar bet linker boekhuis, bewoond door den overste hardt. Na het onweder begaf ik mij onverwijld naar de plek, waar de vuurbol uiteengespat was, doch kon geen spoor meer van eenige uitwerking ontdekken. Het venster, waaruit ik bet verschijnsel waarnam, is omstreeks 60 schreden van de Wilhelmsstrasse verwijderd.