Nieuwe bestanddeelen der atmosfeer: xenon en helium

De korte mededeeling over »neon” en »metargon” (jaarg. 1898, bladz. 384) eindigde ik met de opmerking, dat »hiermede (n.l. met het opsporen van de begeleiders der stikstof in den dampkring) het einde bereikt zou zijn, mag men op goede gronden betwijfelen.” Dit heeft zich dan ook reeds bewaarheid. Gelijk men zich herinneren zal was het aan Ramsay eerst gelukt om in het argon een nieuw lichaam »krypton” aan te toonen, dat minder vluchtig was dan zuurstof en stikstof; daarna, onder medewerking van travers, zonderde hij nog twee nieuwe stoffen uit het argon af: één soortelijk lichter en vluchtiger dan dit: het »neon”, waarvan de hoeveelheid geschat wordt op 1 dl. in 40.000 dln. lucht, en één zwaarder en minder vluchtig: het »metargon.” Welnu, uit de laatste bij verdamping overblijvende porties van vloeibaar argon is nog een nieuw gas voor den dag gekomen, soortelijk zwaarder dan de andere. Ramsay noemt het »xenon” (vreemdeling) en geeft als kenmerk op een spectrum analoog aan dat van argon, maar daarvan geheel verschillend door de plaatsen die de strepen innemen. De gewone electrische ontlading doet drie strepen in ’t rood en ongeveer vijf schitterende strepen in ’t blauw zien, doch door inlasschen van een Leidsche flesch worden die vervangen door vier lichte strepen in ’t groen, die midden in liggen tusschen die van het argon.