1899
Nieuwe produkten uit celstof
Publication
Publication
Album der natuur , Volume 48 - Issue 1 p. 378- 382
Cellulose of celstof is een der meest verbreide en toegepaste lichamen. Zij vormt het hoofdbestanddeel van het hout, als katoen kennen wij haar in bijkans chemisch zuiveren toestand, terwijl wij haar tot het vervaardigen van linnen, katoen, papier en vele andere verbruiksartikelen aanwenden. In alle genoemde gevallen is echter de ruwe stof mechanisch veranderd, terwijl men daarentegen de toepassing van chemisch veranderde celstof eerst in den laatsten tijd leerde kennen. De eerste voorloopers van chemische celstofprodukten waren het perkamentpapier, het collodium en het schietkatoen. Gelijk bekend is, verkrijgt men het eerstgenoemd produkt door ongelijmd papier in sterk zwavelzuur (per kilo verdund met 125 gram water) te dompelen. Na verwijdering van het zuur verkrijgt men eene met het echte, d. w. z. uit dierenhuiden vervaardigd perkament, zeer veel overeenkomende, waterdichte stof. Dit produkt heeft evenwel sedert eenigen tijd eenen goedkooperen konkurrent, in het pergamijn gekregen. Terwijl men vroeger papier alleen uit lompen vervaardigde, heeft men thans daarvoor nog verschillende andere grondstoffen, o. a. jute, stroo en chemisch gezuiverde houtcelstof. De zuivering dezer houtstof geschiedt in den regel met sulfieten d. z. zwaveligzure zouten, in verband waarmede het produkt dan ook den naam van sulfiet-cellulose heeft ontvangen. Verkleint men zulke natte sulfiet-cellulose in een apparaat met stompe messen, en wel zoolang totdat men eene slijmige massa verkrijgt, en verwerkt men deze vervolgens tot papier, dan verkrijgt men het pergamijn, eene doorzichtige, voor vet ondoordringbare stof, welke tot verpakking, in het bizonder voor eetwaren, dient, doch slechts half zoo duur als perkamentpapier is. Zet men echter het natte fijnmalen der celstof nog verder voort en wel zoo lang, tot er geen spoor der vezelen meer over blijft en alles ten laatste in eene gelijkmatige vormlooze massa veranderd is en laat men deze brij vervolgens drogen, dan verkrijgt men blokken van amorphe celstof, welke celluliet genaamd wordt. Dit celluliet laat zich evenals hoorn, eboniet, 1 vulkaanvegel en gelijksoortige stoffen bewerken en vormt een voortreffelijk afsluitingsmateriaal, daar het de inwerking der meest heterogene stoffen wederstaat en tevens een hoogen graad van elasticiteit bezit. De hierboven vermelde celstofprodukten zijn allen gebaseerd op de sulfiet-cellulose; intusschen heeft ook bet eigenlijke perkamentpapier tot eene nieuwe toepassing aanleiding gegeven , welke vinding het eerst in Amerika geëxploiteerd werd. De vulkaauvezel (»vulkanfiber”), zooals dit produkt genaamd wordt, bestaat in zekeren zin uit samengeperst perkament. Het perkamenteeren geschiedt door middel van eene chloorzinkoplossing, door welke dun, ongelijmd »papier sans fin” getrokken wordt; dit wordt daarna om eene wals gerold, tot het de gewenschte dikte bereikt heeft. Het overschot van het chloorzink moet zorgvuldig verwijderd worden. Zwavelzuur leent zich niet tot dit procédé, omdat dit moeielijk weder geheel te verwijderen is en zelfs geringe sporen er van de massa weldra geheel en al zonden verwoesten. De papierlagen worden zoo vast ineengeperst, dat de massa na bet drogen geen spoor van lagen meer vertoont. Eerst worden er stukken van minder dan 1 centimeter dikte vervaardigd, welke vervolgens weder tot grootere blokken worden saamgeperst. Uit zulke blokken kan men alsdan de meest verschillende voorwerpen zagen, snijden, draaien, boren en metselen; ja, de stof laat zich zelfs polijsten. De buigzame soort dient evenals het celluliet tot afsluiting, b. v. voor pompkleppen , enz., terwijl het harde »vulkanfiber” zich bij uitstek leent tot kleurwalsen in de boekdrukkerspersen. Als een uiterst slechte elektriciteitsgeleider wordt het ook tot isoleering toegepast in den vorm van buizen, stangen, enz., ja zelfs wordt het in den laatsten tijd met gunstig resultaat bewerkt tot tandraderen, welke zich door hunnen stootvrijen en bijna geruiscbloozen gang onderscheiden. Hier doet dus het papier het ijzer wel de grootste konkurrentie aan. Bij onze, in vele opzichten nog gebrekkige, kennis ten opzichte van den chemischen bouw der cellulose, weten wij slechts, dat bij het perkamenteeren de celstof water opneemt en tot een hydrocellulose wordt. Hetzelfde wordt bij de bereiding van het bovenomschreven pergamijn en celluliet vermoed.
| Additional Metadata | |
|---|---|
| Album der natuur | |
| CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
| Organisation | Kruseman |
|
onbekend. (1899). Nieuwe produkten uit celstof. Album der natuur, 48(1), 378–382. |
|