Deze drie schrijvers vormen de redactie van De levende natuur, de beide boeken hebben dan ook zeer veel met elkander gemeen. Niet alleen in de plaatjes, die zoo sterk het in dat tijdschrift geliefd geworden type vertegenwoordigen, ja die ten deele daaraan ontleend zijn. En ook niet alleen in de stof, waarvan het type ook niet meer vreemd is. Maar vooral in den geest, die deze geheele richting beheerscht, de opwekking tot eigen waarneming, en daardoor tot bewonderen en genieten. »In de duinen” is een leesboekje, met fraaie gekleurde platen en tal van nieuwe illustration in den tekst. » Natuurlijke historie” is ook een lees- maar vooral een studie-boek. Het eerste richt zich tot de lezers van de levende natuur in zoo wijd mogelijken kring; het laatste is zeer bepaald een studieboek voor hen die zich voorbereiden voor de acte van hoofdonderwijzer, op voorvvaarde alleen, dat zij niet alleen voor hun examen, maar ook voor hun eigen ontwikkeling studeeren.