Wij hebben vroeger reeds in een opstel over de noordpoolreizen in de laatste jaren, geplaatst in het Album der Natuur van 1860, aangewezen, hoe vooral door de togten van dr. KANE in het hooge noorden het reeds bestaande vermoeden was versterkt, dat zich rondom de nog nooit bezochte Noordpool eene opene zee zou bevinden, die, althans onder begunstigende omstandigheden, nu en dan bevaarbaar zoude zijn. Dat MORTON, één van KANE’S togtgenooten, in Smith-Sund op 82° 17' noorderbreedte eene opene zee ontdekte, bragt er niet weinig toe bij om dat vermoeden te bevestigen. In den laasten tijd heeft A. MÜHRY van Göttingen de meteorologische waarnemingen, in de laatste jaren op verschillende plaatsen van het noordpoolgebied door een aantal kundige reizigers gedaan, verzameld en met elkander vergeleken, en zijne resultaten medegedeeld in het bekende tijdschrift van dr. PETERMANN, Mittheilungen über wichtige neue Erforschungen auf dem Gesammtgebiete der Geographie, 1801, VIII.