Uranus vertoont zich aan den hemel als een naanvvelijks merkbaar schijfje, nagenoeg gelijk aan eene ster van de zesde grootte. Bij heldere lucht kan zij ook door het ongewapend oog worden waargenomen. Alhoewel dit hemelligchaam reeds vroeger door sommige sterrekundigen was opgemerkt en als eene der vaste sterren in hunne sterrekaarten was aangeteekend, komt aan HERSCHEL de eere toe, dat hij het eerst de aandacht der sterrekundigen op dit ligchaam heeft gevestigd. Het was den 18 Maart 1781, dat hij dit hemelligchaam ontdekte, hetwelk in het eerst door hem en anderen voor eene komeet werd aangezien. Bij voorlgezet onderzoek leerde hij het echter weldra als eene planeet kennen.