Er is zeker geen gedeelte van onzen aardbol, hetwelk minder bekend is dan de gewesten, die de zuidpool omgeven. Terwijl de noordpoollanden in alle rigtingen zijn doorkruist en onderzocht, zoodat de kaart van die gewesten ons een tot op zeer hooge breedte vrij volledig beeld dier streken voor oogen stelt, kent men van het zuidpoolgebied slechts enkele eilanden-groepen en kuststreken, van welke men nog niet eens met zekerheid bepalen kan, of zij tot één groot vastland behooren, dan of zij welligt alleen de kusten zijn van eilanden, die in den zuidpooloceaan verspreid liggen. En toch heeft het niet geheel ontbroken aan pogingen om in die zuidelijke ijswereld door te dringen en hare geheimen aan het licht te brengen. Reeds van den tijd af, dat MAGELLAAN de zuidspits van Amerika had omgezeild, was het de algemeene overtuiging, dat er op het zuidelijk halfrond een groot zuidland bestaan moest. Als men toch in aanmerking nam, dat verreweg de grootste uitgebreidheid vastland in het noordelijk halfrond was gelegen, leidde men daaruit het gevolg af, dat er om het evenwigt en de gelijkmatige verdeeling der vaste landen ook in het zuidelijk halfrond een groot vastland bestaan moest. Maar de uitgebreidheid, die men aan dat onbekende zuidland toeschreef, kromp al meer en meer in, naarmate men in den oceaan van het zuidelijk halfrond verder doordrong en de vermeende kusten van het zuidland bij nader onderzoek niets anders bleken te zijn, dan de kusten van eilanden.