Strenge koude in Afrika

Terwijl de laatste winter in het grootste gedeelte van Europa zoo buitengemeen zacht was, is hij in vele andere oorden met des te grooter gestrengheid opgetredon. Zooals de dagbladen meldden, heerschte in Teheran, de hoofdstad van Perzië, tengevolge van de ongemeene koude en den aanzienlijken sneeuwval een groote nood. Uit Parnaul in het zuiden van Siberiën, op gelijke breedte als Emden en Stettin, hield de koude zich, zooals DC RADLOFF schrijft, op de enorme hoogte van 35° tot 40° Réaumur, hetwelk gelijk zou staan met 47° tot 58° onder nul van Fahrenheit, en de sneeuw lag er bergen hoog. Het opmerkelijkste is echter, dat ook Mursuk in Fesan, eene van de heetste plaatsen der aarde, ditmaal eenen zeer strengen winter gehad heeft. GERHARD ROHLFS berigt in een brief van den 24sten December: „Ik beproefde voor een paar dagen naar Tragen, eene wegens hare oude graven belangrijke stad ten Oosten van Mursuk, te reizen. Daar wij echter des morgens voor den opgang dor zon — 5°,6 Réaumur, dat is 19°,4 Fahrenheit hadden, keerde ik haastig naar de stad. En deze koude is niet bij wijze van uitzondering, maar sedert het begin van December staat de thermometer eiken morgen onder nul. Ik ben daarom genoodzaakt den geheelen dag een kolenbekken voor mij te hebben, ’t welk echter het vertrek slechts gebrekkig verwarmt, daar ik den geheelen dag de deur moet open houden, om lucht te hebben. Twee vensters, natuurlijk zonder glasruiten, heb ik met mijne tenten digt gestopt.”