Van dit merkwaardig, maar weinig bekende dier geeft BATES in het reisverhaal van zijne togten in het Amazone-gebied ¹) de volgende beschrijving: „Ik had gelegenheid,” zegt hij, „eene groote spin, Mygale avicularia, of eene daarmede naauw verwante soort, waar te nemen. Haar ligchaam was ongeveer twee duim lang, maar de beenen strekten zich zeven duim ver uit en beide waren met grove, grijze en roode haren bedekt. Door eene beweging van dit ongedierte op een boomstam werd mijne aandacht daarop gevestigd. Het zat digt onder eene diepe spleet in den boom, waarover een vast wit weefsel uitgespannen was. Het benedenste gedeelte van het weefsel was gescheurd en er hingen twee kleine vogels in, vinken, van welke de eene reeds dood was, de andere lag onder het ligchaam van de spin, den dood nabij, en was met vuile vochtigheid of speeksel bedekt, ’t welk het ongedierte uitzweet. Ik verjaagde de spin en nam de vogels er uit, van welke de tweede ook spoedig stierf. Dat de Mygale bij nacht op roof uitgaat, op hoornen klautert en de eijeren en jongen der kolibris uitzuigt, hebben reeds mevrouw MERIAN en PLEISOT DE BEAVOIS gezegd; men heeft het echter uit gebrek aan bewijs niet willen gelooven. Graaf LANSDORF zegt in zijne reisbeschrijving naar Brasilië uitdrukkelijk, dat hij daaraan niet gelooft. De Mygale is een zeer gewoon insekt; vele soorten bouwen hare cellen onder steenen, andere maken kunstige onderaardscho gangen en nog andere hebben hare nesten op de daken der huizen. De inboorlingen noemen ze Aranhas carangueyeiras of kreeftspinnen. De haren, waarmede de spin bedekt is, laten bij aanraking los en bewerken eeno eigenaardige prikkeling, die iemand bijna razend kan maken. Toen ik voor de eerste maal eene spin doodde en prepareerde, was ik niet voorzigtig genoeg en moest drie dagen vreeselijk lijden. Ik geloof niet, dat deze haren vergiftig zijn, maar zij zijn kort en hard en dringen daardoor in de fijne plooijen van de huid. De Mygales zijn somtijds zeer groot. Eenmaal zag ik, hoe de kinderen van eene Indiaansche familie, die voor mij insekten verzamelden, een touw om het ligchaam van zulk een ongedierte geslagen hadden, waaraan zij het als een hond in het huis rondleidden.