1868
De vulkanische werkzaamheid op de maan
Publication
Publication
Album der natuur , Volume 17 - Issue 1 p. 221- 223
Het is algemeen bekend, dat het vraagstuk, of de maanoppervlakte nog heden ten dage zekere veranderingen ondergaat, door de astronomen in verschillenden zin beantwoord is geworden. Terwijl verreweg de meesten zich overtuigd hielden, dat in het maanligchaam alle planetarisch leven sedert lang was uitgedoofd, ontbrak het niet aan enkelen, die sporen van veranderingen op de maan meenden opgemerkt te hebben, het naastbij komende aan die, welke door vulkanische krachten op onze aarde worden uitgewerkt. In den jongsten tijd heeft dit gevoelen weder sterke verdedigers gevonden. Den 16den October van het vorige jaar bemerkte de heer SCHMIDT te Athene het eerst, dat de geïsoleerde krater in het oostelijk gedeelte van de Mare Serenitatis niet meer als krater bestond. De eerstvolgende maanden bevestigden deze opmerking in zoo verre, als het veel besproken voorwerp ook zelfs bij de tot het zien van dergolijke voorwerpen gunstigste zonnehoogten (van 2 tot 20 graden) niet te zien was, maar in plaats daarvan meest een heldere wolkachtige vlek. Desniettemin werden veel kleinere kraters met buitengewone klaarheid waargenomen. De krater Linnaeus, die bij Lohrmans en Mädlers opname als een vast punt van den eersten rang diende, bezat voorheen een middellijn van 5000 of 6000 vademen bij eene aanzienlijke diepte onder het niveau der omstreek. De heer SCHMIDT maakte zijne waarneming met die omzigtigheid bekend, welke ieder als regt zal erkennen, die zich ooit met het onderzoek der maanoppervlakte heeft bezig gehouden en die daardoor weet, welke bezwaren het in zich heeft een beslist oordeel over het bestaan en den vorm van een bepaald voorwerp te bekomen. Hier komt nog de omstandigheid bij, dat alle vroegere waarnemingen van vermeende veranderingen op de maanoppervlakte naderhand als eene dwaling zijn gebleken of althans ten minste zonder eenige uitzondering daarvoor gehouden zijn geworden. Door den werkzamen directeur der Atheensche sterrewacht werden alle waarnemers, die met geschikte werktuigen voorzien waren, opgeroepen om de bedoelde maanstreek bij gunstigen maanstand te onderzoeken.
| Additional Metadata | |
|---|---|
| Album der natuur | |
| CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
| Organisation | Kruseman |
|
A.T. Reitsma. (1868). De vulkanische werkzaamheid op de maan. Album der natuur, 17(1), 221–223. |
|