Togt van dr. J. J. Haijes naar het noordelijkste land der aarde

Wij hebben in het Album der Natuur (jaargang 1860, bl. 161 en v.) een overzigt gegeven van de in de laatste jaren ondernomen Noordpoolreizen. Toen wij de aandacht onzer lezers bij deze belangrijke en gevaarvolle ondernemingen bepaalden, was reeds weder cene nieuwe expeditie naar de Noordpoolgewesten op weg, onder het opperbevel van dr. J. J. HAIJES. Van dezen togt, die in de jaren 1860 en 1861 volbragt werd, is behalve enkele bijzonderheden tot hiertoe weinig bekend geworden. De reden daarvan is alleen daarin te zoeken, dat dr. HAIJES zeer lang op zijn reisverhaal heeft laten wachten, daar het eerst in 1866 in het licht is verschenen. Hij heeft het geluk gehad het noordelijkste land der aarde bereikt te hebben. Tot 1853 was het tot Spitsbergen beboerende Ross-eiland het noordelijkste bekende land onzer aarde. Het lag op 80° 48' noorder breedte. PARRY was wel in 1827 ruim 2 graden breedte ten noorden van dit eiland over het ijs voortgegaan, maar had daar geen land ontdekt. KANE volgde de Groenlandsche westkust in 1854 tot 80° 50' en breidde zijn gezigt tot het daar tegenover liggende Grinnell-land op 82° 10' uit. Maar HAIJES drong met zijne gevaarlijke sledevaart in 1861 langs deze kust tot op 81° 35', terwijl hij met het oog tot op 82° 30' reikte. Hij heeft derhalve de waarlijk niet gemakkelijke eer verworven het noordelijkste land van onzen aardbol bereikt te hebben.