Aan kapitein KOLDEWEY, wien het opperbevel over deze expeditie was toevertrouwd, was in last gegeven, of langs de oostkust van Groenland van 74½ º noorderbreedte, of zoover mogelijk noordwaarts door te dringen, of langs een anderen zuidelijken of noordelijken koers om Spitsbergen heen, het nog niet betreden Gillis-land op te zoeken. Den 24sten Mei 1868 verliet deze expeditie de haven van Bergen en zeilde met een frisschen zuidelijken wind noordwaarts, terwijl men volgens zeemansgebruik het schip probeerde en vlijtig peilingen en stroomwaarnemingen in ’t werk stelde.