Van alle natuurwerkingen is er zeker geene, waarbij zulke ontzaggelijke krachten ontwikkeld worden, als bij de vulkanische verschijnselen op onzen aardbol. Wij kunnen ons ter nauwernood een begrip vormen van die ontzettende werking van krachten in het binnenste onzer aarde, van die uitzetting van gassen, waardoor glooiende lavamassas uit de diepte omhoog worden gedreven, totdat zij eindelijk in breede stroomen zich over de kraterranden uitstorten, of waardoor steenen en rotsblokken, alsof het stofjes waren, voortgeslingerd en asch- en puimsteenregens over groote uitgestrektheden worden uitgeworpen. Er bestaat een geheimzinnig verband tusschen deze vulkanische werking en de ons althans bij name bekende aardbevingen. Het lijdt wel geen twijfel, dat de oorzaken van deze schrikwekkende natuurverschijnsels te zoeken zijn in de binnenste werkplaatsen der aarde. Maar wat dáár gebeurt, hoe door deze ontzettende krachtsinspanningen die geweldige stuiptrekkingen in het lichaam onzer aarde worden voorbereid en in werking gebracht, dat weten wij niet. De natuurkunde heeft tot hiertoe nog alleen daaromtrent vernuftige gissingen gewaagd, maar nog geene afdoende verklaring gegeven van de oorzaken van dit verschijnsel. De vreeselijke werking daarvan, zoo als zij zich op de oppervlakte van onzen aardbol vertoont, is aan allen bekend door de ontzettende verwoestingen en omkeeringen, die daardoor dikwijls worden aangericht.