Als uit een schijndood ontwaakt, treedt in de lente de natuur het leven van een nieuwen dag tegemoet. Met frisschen geest en opgeklaard gemoed, begroet de mensch het vroolijk licht, dat hem in gouden stralen tegenhlikt en in den morgenstond naar buiten lokt in het vrije veld.
Additional Metadata | |
---|---|
Album der natuur | |
CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
Organisation | Kruseman |
B. van der Meulen. (1885). Een lentemorgen. Album der natuur, 34(1), 229–232. |