Wanneer de lente gekomen is, begroet de minnaar der Natuur alom de eerste boden van het leven dat zich kwistig openbaart, na den stilstand — schijnbaar! — van den winter. Dan begeeft de plantengaarder zich op weg en gaat wederom naaide velden, die hij den vorigen herfst verliet toen de laatste bloemen en bladeren verdorden , en waar hij nu de eerstelingen zich ontplooien ziet.
| Additional Metadata | |
|---|---|
| Album der natuur | |
| CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
| Organisation | Kruseman |
|
B.P. van der Voo. (1902). Lentebloemen. Album der natuur, 51(1), 182–188. |
|