De gewone kring om de zon met een straal van ongeveer 23° is een verschijnsel, dat in ons land een groot aantal malen voorkomt; hij is het deel van den halo, dat het meest wordt waargenomen. Veel zeldzamer zijn de overige deelen van den halo, zooals de bijzonnen, welke bij den zoo even genoemden kring behooren, de aan dien kring rakende boog, de kring met een straal van 46° en eenige andere deelen. Maar zelden vertoonen zich combinaties van deze verschijnselen en daarom is het van belang, wanneer zich zulke uitgebreide verschijnselen voordoen, hen meer in bijzonderheden te beschouwen en na te gaan onder welke omstandigheden deze verschijnselen optraden. Dit geldt ook ten aanzien van twee zeer fraaie halo’s, welke het vorige jaar te ’s Gravenhage en zeker ook in meerdere of mindere uitgebreidheid elders zichtbaar zijn geweest. Eene beschrijving en nadere beschouwing van deze verschijnselen mogen daarom een plaats in dit maandschrift vinden. Het eerste verschijnsel vertoonde zich op 27 April 1897 en bestond uit een kring van 23° straal om de zon, vergezeld van den zoogenaamden omgeschreven halo, d. i. een schijnbaar ellipsvormige kring, welke boven en onder de zon raakt aan den gewonen kring om dit hemellichaam.