Onder de verschijnselen, welke het meest een bepaald karakter aan het weêr verleenen, behooren vooral de wolken genoemd te worden. Welk een groot verschil toch maakt het voor ons of de hemel bedekt is met fraaie schapenwolkjes, die zulk een vroolijk aanzien geven aan het landschep om ons heên, of dat zware stapelwolken ons herinneren aan het door velen gevreesde onweer, of dat een dichte, grijze wolkensluier den hemel overdekt en alles om ons heen somber on droefgeestig maakt. Als zoodanig zijn de wolken voor ieder mensch van groote beteekenis, maar niet alleen om deze reden verdienen zij een nadere beschouwing. Zij zijn voor den meteoroloog het hulpmiddel tot het verkrijgen van gegevens omtrent de gebeurtenissen in de mogere luchtstreken, voor den weervoorspeller de voorteekenen, die em een belangrijken steun bij zijne voorspellingen leveren. De bewolking is als het ware een »grafische voorstelling” van den weerstoestand, van de gebeurtenissen in den dampkring en wel in de voor ohs en onze instrumenten onbereikbare streken. Als zoodanig houdt e meteoroloog de wolken in hooge eere en als zoodanig willen wij ieu ook met de lezers, die in meteorologische zaken belang stellen beschouwen. In de eerste plaats trekt de voor de weervoorspelling en voor de kennis van de luchtstroomingen in de hooge luchtstreken zoo belangrijke wolkensoort, welke den naam van cirrus (Ci) draagt, onze aandacht. Onder dezen naam verstaat men de welbekende vederachtige wolken, welke ook als »windveêren” zekere vermaardheid genieten. Zij verschijnen in een oneindig groot aantal verschillende vormen aan den hemel, doch altijd zijn zij gekenmerkt door haar vezelige struktuur, welke bij geen andere wolkensoort voorkomt. Nu eens vormen deze vezels tezamen lange, witte banden aan den hemel, die in twee tegenoverliggende punten des hemels schijnen samen te komen en op deze wijze de z. g. sterren vormen, dan weer kleine, afzonderlijke groepen of velden met een dichte, witte kern, waaruit eenige pluimen, vegen of strepen waaiervormig voortkomen, of bestaan deze groepen uit in elkaar gestrengelde strepen. Het aantal vormen, waaronder deze wolkensoort verschijnt, is letterlijk oneindig groot en het zou ondoenlijk zijn iederen vorm afzonderlijk te beschrijven. Voldoende is het er op te wijzen, dat de vezelige struktuur zulk een duidelijk kenmerk is van den cirrus, dat de waarneming en de classificatie van deze wolk geen moeielijkheden oplevert.