De wetenschappelijke weervoorspellingen, welke iederen dag door de voornaamste weerbureaux openbaar gemaakt worden, gelden voor de eerstvolgende 24 uren. Zij worden opgesteld naar aanleiding van de waarnemingen, welke des morgens om 8 uur verricht zijn, en berusten dus op den algemeenen weerstoestand , die op dat uur heerscht. Het gereed maken en overseinen der weertelegrammen, het verwerken daarvan tot weerkaartjes en weerberichten en eindelijk het verspreiden dezer kaartjes en berichten, nemen zooveel tijd in beslag, dat een groot deel van het etmaal, waarvoor de weervoorspellingen gegeven worden, reeds verstreken is, vóór zij ter kennis van de belanghebbenden komen. Mettertijd kan waarschijnlijk een vereenvoudiging van den dienst der weertelegrafie en daarmede een veel vluggere verspreiding der voorspellingen verwacht worden, althans de »Deutsche Seewarte” te Hamburg is reeds in die richting werkzaam en de Vereenigde Staten van Noord-Amerika hebben ons reeds sedert een aantal jaren bewezen, dat het voorgestelde doel bereikbaar is. Evenwel, daartoe is noodig, dat de verschillende Staten van Europa krachtig samenwerken en zonder nu te willen beweren, dat het aan de noodige samenwerking ontbreekt, moeten wij toch bekennen , dat het vraagstuk van een vereenvoudigden weerdienst in Europa veel moeielijker is op te lossen dan in de Vereenigde Staten, waar alles slechts van ééne regeering afhankelijk is. Een ander middel om den invloed van het tijdverlies op de bruikbaarheid der weervoorspellingen te verminderen, zou zijn, dat men weervoorspellingen voor langer dan 24 uren vooruit gaf. Hoewel een minder goede oplossing van het vraagstuk — het tijdverlies toch is nutteloos — zou door het geven van weervoorspellingen voor langeren tijd vooruit, al was het dan maar door het aangeven, welke weersgesteldheid waarschijnlijk te verwachten is, veel meer aan de wenschen en de verwachtingen van het groote publiek voldaan worden, dan nu geschiedt door de gewone voorspellingen. Men zou dan ook meer tot het doel geraken, waarnaar de menschheid door oudheid en middeleeuwen heen gestreefd heeft, en meer tegemoet komen aan de neiging om te weten te komen hoe het weer, een der grootste en gewichtigste factoren in de maatschappij, over eenigen tijd zal zijn, een neiging, die wel als de oorzaak en de drijfkracht der onverdroten onderzoekingen op het gebied der weerkunde mag aangemerkt worden.