Wanneer ik in de volgende regelen het een en ander ga mededeelen over het z.g. kartografisch onderzoek van onweders, dan is het niet om den lezers eens iets nieuws uit het gebied der weerkunde mede te deelen, want het kartografisch onderzoek der onweders is volstrekt niet meer nieuw; stellig reeds een dertigtal jaren oud. Veelmeer is het mijn bedoeling een beschrijving te geven van het kartografisch onderzoek van hel groote en buitengewoon hevige onweer, dat in de namiddag- en avonduren over het grootste gedeelte van Nederland woedde. In deze beschrijving zal vanzelf de uiteenzetting van wat men onder kartografisch onderzoek van een onweer te verstaan heeft, ingevlochten zijn, zoodat ik mij straks kan bepalen tot een zeer korte inleidende beschouwing over zulk een onderzoek in het algemeen. Maar vooraf mag ik wel met een enkel woord den indruk bij den lezer wegnemen, dat ik een oude zaak ga ophalen door in herinnering te brengen dat, voor zooverre mij bekend is, het kartografisch onderzoek van onweders nog nooit in dit maandblad besproken is en zeker ook niet in andere Nederlandsche tijdschriften, zoodat dit onderwerp voor de meeste lezers dan toch nieuw is. En dan komt in de tweede plaats nog deze beweegreden, dat het onweder van 2 September 1886 zeer belangrijk bleek te zijn en dat het kartografisch onderzoek daarvan een eigenaardig licht werpt over de gedragingen van een uitgebreid en buitengewoon hevig zomeronweer, vooral in verband met zekere heerschende meeningen, die nog algemeen verspreid zijn omtrent de voortbeweging van onweders. Voordat ik overga tot de beschrijving der resultaten van bet onderzoek, moge hier een korte aanduiding volgen van wat men onder kartografisch onderzoek van onweders te verstaan heeft.

Album der natuur

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

Kruseman

Chr.A.C. Nell. (1906). Het z.g. Kartografisch onderzoek der onweders, geschetst aan de hand van het groote namiddag- en avondonweer van 2 September 1886. Album der natuur, 55(1), 161–181.