1868
Iets betrekkelijk de Transvaalsche republiek in Zuid-Afrika
Publication
Publication
Album der natuur , Volume 17 - Issue 1 p. 349- 351
De Duitsche reiziger KARL MAUCH heeft op zijne tweede reize in de binnenlanden van Zuid-Afrika in de maand Julij 1867 aan een bijtak van den Umfule op ongeveer 17° Z. B. goudstreken ontdekt, die naar alle aanzien zeer rijk zijn en vroeger reeds geëxploiteerd bleken te zijn geweest. De plaats ligt slechts ongeveer 40 mijlen van de Portugesche vestiging aan den Zambesi. Deze ontdekking hoeft in Natal en in de Transvaalsche republiek groote sensatie verwekt en men maakte zich daar gereed om van de ontginning krachtig werk te maken. Zonder twijfel zullen weldra honderden en duizenden Engelschen, Duitschers enz. daar heen stroomen, even als vroeger naar Californië en later naar Australië, en ten gevolge daarvan zullen Natal en de Transvaalsche Republiek zich op eene vroeger niet vermoede wijze snel en voorspoedig ontwikkelen, — althans indien de ontdekte goudstreken zoo rijk zijn, als men verwacht. Wel is waar zijn de landbouw-producten van veel meer waarde dan de rijkste goudmijnen, en zal ten slotte de welvaart van Zuid-Afrika van den vooruitgang van den landbouw afhangen, even als die van Californië en Australië ook daarop berusten. Maar tot den landbouw behooren vele handen, en deze ontbreken in Zuid-Afrika. Ook Californië zou, gelijk PETERMANN, aan wien ik deze berigten ontleen, te regt aanmerkt, nog eene onbebouwde woestenij zijn, indien niet het goud duizenden tot arbeiden geschikte menschen uit alle oorden der aarde daar heen getrokken had. Niets brengt de Europesche nederzettingen in vreemde landen beter in trek, niets grondvest beter bloeijende rijken, dan het goud. Ik meen, dat het niet ongepast is bij deze gelegenheid de aandacht bepaaldelijk op de Transvaalsche Republiek te moeten vestigen, omdat, gelijk bekend is, de stichters daarvan Nederlanders van afkomst zijn en de Nederlandsche taal daar nog algemeen gesproken wordt. — Jaarlijks verlaat een aantal Nederlandsche gezinnen en personen liet vaderland om zich in Noord-Amerika te vestigen; dat er in Zuid-Afrika een gezond, vruchtbaar, door Nederlanders bewoond land is, waar vooral Nederlandsche landbouwers zich met gegronde hoop op goed gevolg kunnen nederzetten, een land, dat slechts wacht op handen, die werken kunnen, om een hoogen trap van welvaart te bereiken, — dat schijnt onzen landgenooten onbekend te zijn. Elders denkt men er anders over. Van tijd tot tijd verwisselt een aantal Duitschers hun vaderland voor Natal of den Transvaalschen vrijstaat en het gaat er hun wel. Eene Schotsche maatschappij met een kapitaal van 100,000 pond sterl. heeft landerijen in het oostelijk gedeelte der Transvaalsche Republiek aangekocht, alleen om die voor de schapenteelt te gebruiken, en de onderneming gelukt uitstekend. De Schotten zijn, zegt PETERMANN, de beste kolonisten ter wereld, en hun oordeel betreffende tot kolonisatie geschikte landen weegt zwaar.
Additional Metadata | |
---|---|
Album der natuur | |
CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
Organisation | Kruseman |
D. Lubach. (1868). Iets betrekkelijk de Transvaalsche republiek in Zuid-Afrika. Album der natuur, 17(1), 349–351.
|