In het Album der Natuur voor 1856 gaf ik een kort berigt aangaande GILBERT WHITE, den zamensteller van de Natural History of Selborne. Mijn doel met die mededeeling was te doen opmerken, hoe een liefhebber der natuurlijke historie, waar hij ook moge wonen, ruime gelegenheid kan vinden tot studie der natuur, niet slechts uit hoeken, maar door eigene waarneming van wat hem omgeeft, zoo hij slechts ernstig gebruik wil maken van wat de kring, waarin hij zich bewegen kan, hem aanbiedt, — ja dat hij zelfs nu en dan in staat kan worden gesteld de wetenschap met iets nieuws te verrijken, b. v. met nieuwe, althans in ’t vaderland of de provincie nog niet gevonden soorten, met opmerkingen omtrent de verspreiding van planten, de huishouding van dieren, enz. Overal toch en voor ieder, maar wel het meest voor den bewoner van het platte land, ligt het groote boek der natuur geopend, wachtende op hen, die er in wenschen te lezen; en ieder, die over eenigen tijd en over eenige hetrekkelijk zeer geringe, soms bijna niet noemenswaardige middelen beschikken kan, kan er gebruik van maken. Voor hem, die dit ook wil, kan zulk een jaren voortgezet natuurhistorisch onderzoek van de streek, die hij bewoont, niet alleen eene rijke bron van genot worden, en hem zelfs somtijds verzoenen met een gedwongen oponthoud in eene anders minder verkieselijke omgeving, maat het zal zijnen geest verrijken met een schat van kennis, die, daargelaten nog het soms daaruit te trekken stoffelijk nut, zeer zeker voor zijne eigene verstandelijke en zedelijke ontwikkeling vruchtbaar zal zijn. Hij, die meent, dat er met betrekking tot de natuurlijke historie van ons vaderland niet nog veel, zeer veel te onderzoeken, op te helderen en te ontdekken zou vallen, — die nog niet inziet, dat het reeds bekende, uit nieuwe oogpunten beschouwd, telkens weder vernieuwde aanleiding geeft tot het ontdekken van nieuwe feiten, — hij leze, om slechts een paar voorbeelden te noemen, de opstellen door den heer VAN EEDEN van tijd tot tijd in dit tijdschrift geplaatst, — hij leze ook — het staat slechts eenige bladzijden vóór dit tegenwoordig opstel, — dat van den heer WEIJENBERGH over Microlepidoptera.