1876
Nog twee dilettanten op het gebied der natuurwetenschap
Publication
Publication
Album der natuur , Volume 25 - Issue 1 p. 216- 220
Dr. W. GLEUNS Jr. heeft op bladz. 129 enz. van dit Album aangetoond, wat de natuurwetenschap is of wezen kan voor de “leeken,” dat zijn, volgens de beteekenis die hij aan die benaming geeft, zij, die een natuurwetenschappelijk vak niet als hunne levensroeping, maar uit liefhebberij, zooals men ’t noemt, beoefenen, of zelfs alleen de beoefening er van op de eene of andere wjjze begunstigen en gemakkelijk maken. Dat het dilettantisme, in tegenoverstelling van de beoefening als levensroeping, onderscheiden graden telt, en dat het ten laatste moeilijk wordt tusschen beiden een scherpe grens te trekken, toonen de door den Heer GLEUNS aangevoerde voorbeelden duidelijk aan. Ik betwijfel het onder anderen zeer, of WILLIAM HERSCHEL, al is hij ook vroeger muzikant geweest, onder de dilettanten in de sterrenkunde moet geteld worden. Doch dit daargelaten, — ik wensch thans bij de door Dr. GLEUNS aangevoerde voorbeelden, die op vier na allen tot de sterrenkunde betrekking hebben, nog twee te voegen: een van een begunstiger der wetenschap, een ander van een beoefenaar daarvan, die beiden tot de “leeken” in den zin des schrijvers behooren.
| Additional Metadata | |
|---|---|
| Album der natuur | |
| CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
| Organisation | Kruseman |
|
D. Lubach. (1876). Nog twee dilettanten op het gebied der natuurwetenschap. Album der natuur, 25(1), 216–220. |
|