1882
Bijvoegsel tot het opstel: De traditioneele en de natuurhistorische pelekaan
Publication
Publication
Album der natuur , Volume 31 - Issue 1 p. 383- 383
De lieer J. H. H. A. ZIEGENHIRT VON ROSENTHAL te Culemborg schrijft, dat hij in het bezit is van een gedicht op de gouden bruiloft van HANS VAN LOON en ANNA RUIJCHHAVERS, 26 May 1647, waarvan het tweede couplot luidt als volgt Den Pellicaen als hij sijn weerelooze jongen Vint van de slangh vernielt, met liefde-drift besprongen Sijn harte-stroom ontsluijt, tapt af sijn beste bloed. En ’t gunt bij had geteelt, noch eenmael leven doet. “Boven het vers”, vervolgt de inzender, is aangebracht een vignet, (een sinne-werck wordt het genoemd), voorstellende een roofvogel, arend of gier, met krommen snavel, staande op een nest, die zich in de borst pikt, terwijl twee jongen klaar staan om het bloed op te vangen; daar onder het motto: “geen beter bloed.” Dit stemt geheel overeen met hetgeen in het Album vermeld wordt; alleen schijnt volgens aangehaald couplet de pelekaan zijn jongen ook te kunnen doen herleven, als zij door een slang gedood zijn.”
| Additional Metadata | |
|---|---|
| Album der natuur | |
| CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
| Organisation | Kruseman |
|
D. Lubach. (1882). Bijvoegsel tot het opstel: De traditioneele en de natuurhistorische pelekaan. Album der natuur, 31(1), 383–383. |
|