Begeerig zich de middelen aan de hand te doen om de verschillende vormen, waaronder zich de verschillende voorwerpen, georganiseerde zoowel als anorganische, voordoen , te kenschetsen , was de wetenschap er reeds sedert de vroegste tijden op uit, grenspalen te zetten op den weg, dien de natuur bij het onafgebroken ontwikkelen van vormen gegaan is. Zoo kwam zij er toe planten en dieren te verdeelen in zoovele loketjes als er orden , familiën , klassen, en wat dies meer zij, bestaan; zoo kwam zij er ook toe de gedaanten, waarin de levenlooze voorwerpen zich voordoen , te groepeeren tot een drietal: de vaste, de vloeibare en de gasvormige. Er is geen reden om van deze verdeeling iets kwaads te zeggen. Moge het ook al in vele gevallen moeielijk zijn geweest de grenslijn scherp te trekken, mogen er ook al groote afstanden liggen tusschen velen, die tot dezelfde categorie worden gebracht , de bepaling : dat vast zouden heeten de stoffen , die bij de gewone temperaturen een eigen vorm hadden, vloeibaar, zij die dan naar het vat zich vormden , waarin zij begrepen waren, en gasvormig, de in dit opzicht volkomen bandeloozen, heeft, ter aanduiding van hetgeen men bij eene beschrijving bedoelde, steeds goede diensten gedaan. Theoretisch verschil tusschen de drie toestanden te maken, had men bij het vormen der drie onderafdeelingen geenszins op het oog. In den naam aggregatie-toestanden, dien men er aan gaf, lag alleen deze bekentenis opgesloten, dat men de kleinste deeltjes der lichamen zich in elk der drie op andere wijze tot één geheel vereenigd dacht.