1892
Naar aanleiding van de nieuwe ster in „de Wagenman”
Publication
Publication
Album der natuur , Volume 41 - Issue 1 p. 221- 224
In de vorige aflevering maakten wij in het Wetenschappelijk Bijblad kortelings melding van het verschijnen van eene nieuwe ster in het sterrebeeld »de Wagenman”. Een zoodanig opduiken van nieuwe hemellichten is een verschijnsel, waaromtrent in de laatste tijden de spectroscopie ons allerbelangrijkste bizonderheden heeft leeren kennen. Veel komt zoodanig verschijnsel niet voor. Sedert 1572 is het misschien twaalf of dertien malen waargenomen. In dat jaar zag TYCHO BRAHÉ op den 11den November in het sterrebeeld Cassiopea plotseling op een avond een ster, die hij nooit daar ter plaatse te voren had gezien. In helderheid kwam zij overeen met Venus, als die zich in haren grootsten glans vertoont; menschen met scherp gezicht zagen haar des daags aan den hemel, en des avonds, als de hemel licht bewolkt was, zag men haar door de wolken heên. Maar die glans was niet duurzaam; in December verbleekte de ster en werd haar licht geelachtig, in Maart van 1573 was zij zoo rood als Mars en, na in Januari 1574 tot een ster van de vijfde grootte te zijn gedaald, verdween zij in Mei van dat jaar geheel voor het bloote oog. De ster nam voortdurend dezelfde, door TYCHO nauwkeurig bepaalde plaats aan den hemel in, eene plaats waar thans, ook door de beste kijkers, niets te bespeuren is.
| Additional Metadata | |
|---|---|
| Album der natuur | |
| CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
| Organisation | Kruseman |
|
E. van der Ven. (1892). Naar aanleiding van de nieuwe ster in „de Wagenman”. Album der natuur, 41(1), 221–224. |
|