De ontdekkingen zijn, even als alles in de levende en levenlooze natuur, onderworpen aan vaste wetten, die hare gestadige ontwikkeling, haar optreden beheerschen. Elk levend geslacht staat op de schouders van dat, hetwelk is voorbijgegaan, en ook voor hare wetenschappelijke vorming geldt het treffend woord, door PASCAL omtrent hare zedelijke ontwikkeling neêrgeschreven: »de menschheid is als een eenig man, die loopt zonder ophouden en daarbij dagelijks wat nieuws leert.” Toch schijnt het, oppervlakkig beschouwd, menigmaal, alsof tegen dezen geleidelijken gang der ontwikkeling feiten getuigen, die meer op een voortgaan met sprongen wijzen; dan namelijk, wanneer, door een toevallig waargenomen feit, de natuur aan een of ander gelukskind onder hare dienaren hare geheimen bloot legt, hem omtrent hare wijze van werken als het ware ongevraagd kondschap geeft. NEWTON ziet in zijn boomgaard te Woolsthorpe een appel voor zijn voeten rollen en zie — de wetten van de zwaartekracht zijn ontdekt; de jeugdige WATT, aan den huiselijken haard met de tang het lid sluitend op de tuit van een ketel met kokend water, ziet hoe de stoom met kracht het deksel oplicht, en de menschheid is beheerseheresse geworden van het stoomvermogen.