In Electricité komt een uittreksel voor van een brief in de Génie Civil, waarin de correspondent de opmerking maakt, dat er tusschen de gas- en de waterleiding in zijne gemeente een potentiaal-verschil bestaat, groot genoeg om, als beide buizennetten geleidend worden verbonden, door den sluitingsdraad een stroom te voeren. De schrijver noemt dien stroom constant met eene kleine, dagelijksche verandering en komt dan uit het bestaan van dit standvastig potentiaal-verschil tot de gevolgtrekking, dat beide buizennetten voldoende van elkander zijn geïsoleerd om ze te maken tot eene geschikte geleiding voor telefonische verbinding, ten minste met de naaste omgeving. Om te weten of men met eenig huis in de nabuurschap langs dezen weg voldoende telefonische gemeenschap kan verkrijgen, behoeft men slechts van de polen van een kleine inductie-klos de eene met de gas-, de andere met de waterleiding te verbinden. Met elk huis, waar men in een telefoon, die op gelijke wijze is verbonden, het geluid van de inductieklos kan hooren, is gemeenschap mogelijk. Verder wordt nog medegedeeld, dat het den correspondent op deze wijze gelukt is telefonisch een geregeld gesprek te voeren met den bewoner van een op een honderdtal meters verwijderd huis.