Do heer D’ARSONVAL heeft nu onlangs de vruchten medegedeeld van zijn onderzoekingen betreffende de electrische ontladingen, die de sidderrog in staat is te weeg te brengen. Het is hem daarbij gebleken, dat de duur van een ontlading, die exemplaren, wier middellijn tusschen de 25 en 35 centimeter lang is, voortbrengen, afwisselt tusschen 0.1 en 0.15 sekonde; de electromotorische kracht varieert daarbij tusschen 8 en 17 volts en de stroomsterkte tusschen 1 en 7 ampères. D’ARSONVAL heeft de uiteinden van den draad van een gloeilampje, dat een stroom van 4 volts behoefde, met het electrisch orgaan van zulk een sidderrog verbonden en daarna de vinnen van het dier geprikkeld. Gedurende een breukdeel van een sekonde werd de draad an tot witte gloeihitte verhit, ten minste als de prikkeling niet te steik was. Was dit laatste wel het geval, dan was de electromotorische kracht te groot en werd het draadje vervluchtigd; men heeft dan ook drie zulke lampjes, die achter elkander in de stroombaan werden geplaatst, door sterke prikkeling aan het gloeien kunnen krijgen. Hot electrisch orgaan van deze visch is spoedig uitgeput; na vier à vijf ontladingen wordt het licht van het lampje al flauwer en flauwer. Wacht men dan een minuut of tien, dan heeft het orgaan zich hersteld; ook is dit dubbel, zoodat, als men slechts van den stroom gebruik maakt, door de eene helft geleverd, het vermogen van de andere helft niet verzwakt. Merkwaardig is, dat als men het electrisch orgaan met een stethoscoop beluistert terwijl het in functie is, men een lagen toon, een toon van ongeveer 200 trillingen in de sekonde waarneemt; dit orgaan is dus, als het functionneert, even goed een bron van vibratiën als de spieren, wanneer zij willekeurig worden saâmgetrokken.